Na één maand spelen op chess.com is het tijd om de balans op te maken; hoe gaat het, welke fouten maak ik en hoe kan ik verbeteren. Dankzij de uitgebreide analyse functie van chess.com kunnen fouten (blunders) snel inzichtelijk worden gemaakt. Een mooie tool die mij helpt om mijn weg te vinden in de schaakwereld.
Inmiddels heb ik 77 rapid wedstrijden gespeeld en 11 blitz wedstrijden. De belangrijkste conclusie die ik al wel vast kan trekken is dat blitz, in ieder geval voorlopig, niks voor mij is. Om op snelheid de juiste zetten te maken vergt veel kennis en kunde. Precies zaken die (nu nog) bij mij ontbreken. De focus lag al snel op de Rapid wedstijden op chess.com en hier heb ik de bulk van mijn tijd in besteed.
Ik begon als een raket. Van mijn eerste 10 Rapid wedstrijden wist ik er 7 te winnen. Chess.com zoekt automatisch naar tegenstanders die in de buurt zitten van je eigen ranking, dus als beginnende speler wordt je niet gelijk voor de leeuwen gegooid. Desondanks was ik uitermate tevreden over dit begin. Daarna kwam ik snel weer terug op aarde. Op 19 mei haalde de realiteit mij in en verloor ik 10 van mijn 12 partijen…
Wat ik al snel heb geleerd is dat je eigen gemoedstoestand een belangrijke rol speelt op je schaakprestaties. Wanneer ik een lange werkdag heb gehad of gewoonweg moe ben wegens drukte in mijn dagelijkse leven dan mis ik al snel de frisheid van geest om goed te presteren aan het schaakbord.
Na één maand spelen heb ik 77 partijen geschaakt in het Rapid format. Hiervan heb ik er 32 gewonnen, 3 zijn in een remise geëindigd en ik heb 42 partijen verloren. Dit brengt mij tot een ELO-rating op Chess.com van 652. Mijn hoogste rating is 854 en zoals je in onderstaande grafiek ziet kwam dit door mijn explosieve start.

Sinds die explosieve start gaat mijn ELO-score geleidelijk naar beneden. Het succes van de eerste dagen was ook te groot om dit over lange perioden te verwachten. Mede omdat ik in die periode daarna ook tegen betere tegenstanders heb gespeeld dankzij het matching-systeem van Chess.com.
Wanneer ik inzoom op de verschillende kanten van het bord dan zit daar tot op heden geen noemenswaardig verschil in. Met de witte stukken won ik 17 keer. Hier staan 22 verliespartijen en 1 remise tegenover.

Met de zwarte stukken een bijna identieke score; 15 gewonnen partijen tegenover 20 verliespartijen en 2 remises.

Tot nu toe een negatieve balans, maar dat deert mij niet zozeer. Ik bevind mij in een leerproces en ik heb al enkele belangrijke conclusies kunnen trekken.
Ik moet:
Alleen spelen wanneer ik fit van geest ben
Basiskennis opdoen van een beperkt openingsrepertoire
Het idee achter het laatste punt is om juist niet gelijk in het diepe te springen met zware theoretische openingen, maar een selectie te maken van openingstheorieën die een antwoord bieden op de meest voorkomende openingen. Om doormiddel van een beperkte vorm van standaardisatie de partijen aan te vliegen. Stel een tegenstander opent met 1. E4 dan wil ik daar de komende periode in elke partij op dezelfde wijze op reageren, om zodoende te pogen om veelvuldig in dezelfde situaties op het bord terecht te komen. Vervolgens is het noodzaak om vanuit een familiare opstelling de partijen richting een overwinning te sturen.
Na het kijken van youtube-filmpjes, het lezen van enkele schaakartikelen en het volgen van theoretische openingscursussen op chess.com heb ik een keuze kunnen maken voor mijn voorlopige openingsrepertoire. Met de witte stukken ga ik voor het london system (zie ook de introductie van dit systeem via het theory menu).

Om het london system goed onder de knie te krijgen heb ik een Kindle-boek aangeschaft die ik als leerboek ga gebruiken. Dit boek is Win with the London System van Sverre Johnsen en Vlatko Kovacevic.

Ter ondersteuning lees en gebruik ik ook het boek My first Chess Opening repertoire for White van Vincent Moret. Een mooi uitgebalanceerd boek voor de beginnende schakers die zich willen verdiepen in behapbare theorie.

Voor het spelen met de witte stukken is het kiezen van een te volgen strategie/theorie makkelijker dan voor de zwarte stukken, want met de zwarte stukken ben ik natuurlijk altijd afhankelijk van de eerste zet van mijn tegenstander. Dit zorgt ervoor dat ik mijzelf in meerdere varianten moet verdiepen.
Wanneer mijn tegenstander opent met 1. E4 dan zal mijn reactie gebaseerd zijn op de Scandinavische theorie en dan met name om de Portugese variant. Als bron voor deze theorie gebruik ik twee boeken, namelijk My First Chess Opening Repertoire for Black van Vincent Moret en de bijbel van de Scandinavische theorie, het bijna monumentale boek van GM David Smerdon; Smerdon’s Scandinavian.


Waar het boek van Moret ook andere theorieën en tactieken bespreekt is het werk van Smerdon een heuse deepdive in de Scandinavische theorie.
De Scandinavische opening is een vrij agressief antwoord van zwart op de opening 1. E4 en zorgt voor een open spel. Het voordeel van de Scandinavische theorie is dat deze vrij eenvoudig kan worden gecombineerd met de defensiever ingestelde Caro-Kann verdediging. In mijn eerste maand is de Caro-Kann al uitgegroeid tot een persoonlijke favoriet nadat ik al vrij snel enkele partijen met deze theorie wist te winnen. Om de Caro-Kann beter te leren maak ik gebruik van het boek Win with the Caro-Kann van Sverre Johnsen en Torbjorn Ringdal Hansen

Tot slot ben ik nog opzoek naar een passend antwoord op 1. D4. Mijn voorkeur gaat op dit moment uit naar de King’s Indian defence. Wederom is deze keuze bepaald door enig succes in de afgelopen maand met deze theorie. Voor deze theorie ben ik nog opzoek naar een passend leerboek. Wanneer ik deze heb gevonden zal ik dit ook op deze site delen.
Hoe gaat het nu verder? Dat is makkelijk; spelen, lezen, analyseren, spelen, lezen, analyseren. Ik moet in alle valkuilen trappen om te leren hoe ze te voorkomen. Ik zal nog vele blunders maken, maar het is juist zaak om van elke blunder te blijven leren. Het idee is om vanaf nu de analyses van de door mijzelf gespeelde partijen te delen op deze site. Het opschrijven van mijn analyse gaat mijzelf namelijk ook verder helpen om het spel beter te begrijpen en mijzelf te ontwikkelen tot een sterkere schaakspeler